Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit 2008/909/JBZ inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafvonnissen waarbij vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen zijn opgelegd, met het oog op de tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie
Artikel 18 Specialiteit
Geldend
Geldend vanaf 05-12-2008
- Bronpublicatie:
27-11-2008, PbEU 2008, L 327 (uitgifte: 05-12-2008, regelingnummer: 2008/909/JBZ)
- Inwerkingtreding
05-12-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2008, PbEU 2008, L 327 (uitgifte: 05-12-2008, regelingnummer: 2008/909/JBZ)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een persoon die op grond van dit kaderbesluit naar de tenuitvoerleggingsstaat is overgebracht, kan, behoudens lid 2, niet worden vervolgd of berecht, noch kan hem anderszins de vrijheid worden benomen, wegens een ander vóór de overbrenging gepleegd feit dan dat wat de reden voor de overbrenging is geweest.
2.
Lid 1 is niet van toepassing in de volgende gevallen:
- a)
de betrokkene heeft, hoewel hij daartoe de mogelijkheid had, niet binnen 45 dagen na zijn definitieve invrijheidstelling het grondgebied van de tenuitvoerleggingsstaat verlaten, of is, na het te hebben verlaten, er teruggekeerd;
- b)
de feiten worden niet gestraft met een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel;
- c)
de strafvervolging leidt niet tot de toepassing van een maatregel die de persoonlijke vrijheid beperkt;
- d)
de betrokkene kan worden onderworpen aan de tenuitvoerlegging van een sanctie of een maatregel die geen vrijheidsbeneming meebrengt, waaronder begrepen een geldboete of een vervangende maatregel, zelfs indien deze geldboete of maatregel kan leiden tot beperking van zijn persoonlijke vrijheid;
- e)
de betrokkene heeft ingestemd met de overbrenging;
- f)
de betrokkene heeft, na de overbrenging, ten aanzien van bepaalde, vóór de overbrenging gepleegde feiten uitdrukkelijk afstand gedaan van de bescherming die hij op grond van het specialiteitsbeginsel geniet. De afstand wordt gedaan ten overstaan van de bevoegde rechterlijke autoriteiten van de tenuitvoerleggingsstaat en wordt opgetekend in een procesverbaal dat wordt opgemaakt overeenkomstig het nationale recht van die staat. De afstand geschiedt onder omstandigheden waaruit blijkt dat de betrokkene uit vrije wil handelt en zich ten volle bewust is van de gevolgen. Hij heeft het recht zich te dien einde door een raadsman te laten bijstaan;
- g)
in andere dan de onder a) tot en met f) bedoelde gevallen, indien de beslissingsstaat daarin overeenkomstig lid 3 toestemt.
3.
Het verzoek tot toestemming wordt bij de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat ingediend, bevat de gegevens bedoeld in artikel 8, lid 1, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ en gaat vergezeld van de in artikel 8, lid 2, van dat kaderbesluit bedoelde vertaling. De toestemming wordt verleend indien er uit hoofde van dat kaderbesluit een verplichting tot overlevering bestaat. De beslissing wordt uiterlijk 30 dagen na ontvangst van het verzoek genomen. Voor de in artikel 5 van dat kaderbesluit bedoelde situaties dient de tenuitvoerleggingsstaat de daarin bedoelde garanties te geven.