TRA 2012/18
De in art. 1 onderdeel b sub 2 BBA genoemde criteria zijn objectief van aard (met uitzondering van het vereiste van het persoonlijk verrichten van de arbeid). Of aan de criteria is voldaan moet worden beoordeeld op het moment van het beëindigen van de arbeidsverhouding
HR 09-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7500, m.nt. Mr. O. van der Kind
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 december 2011
- Zaaknummer
10/03210
- Noot
Mr. O. van der Kind
- LJN
BT7500
- JCDI
JCDI:ADS253019:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2011:BT7500, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BT7500, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑12‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑07‑2010
- Wetingang
art. 1 onderdeel b onder 2 BBA 1945
Essentie
De in art. 1 onderdeel b sub 2 BBA genoemde criteria zijn objectief van aard (met uitzondering van het vereiste van het persoonlijk verrichten van de arbeid). Of aan de criteria is voldaan moet worden beoordeeld op het moment van het beëindigen van de arbeidsverhouding
Uitspraak
Feiten
Tussen de TROS en een voormalig opdrachtnemer is een geschil ontstaan over de vraag of hun arbeidsrelatie kwalificeert als arbeidsverhouding in de zin van art. 1 onderdeel b sub 2 BBA 1945 (BBA). De opdrachtnemer had vanaf 1978 tot 1 juni 2008 verschillende werkzaamheden voor de TROS ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.