NJ 2014/361
Schuldeisersverzuim; moment waarop schuldeisersverzuim en gevolgen daarvan eindigen. Hoge Raad doet zelf af: art. 421 Rv.
HR 11-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1643, m.nt. Redactionele aantekening (Sepeba/Rito)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/01164
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- Noot
Red. Aant.
- Roepnaam
Sepeba/Rito
- JCDI
JCDI:ADS127886:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1643, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:343, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑03‑2013
- Wetingang
Essentie
Schuldeisersverzuim; moment waarop schuldeisersverzuim en gevolgen daarvan eindigen. Hoge Raad doet zelf af: art. 421 Rv.
Indien, nadat de schuldeiser zich (alsnog) tot medewerking aan de nakoming bereid heeft verklaard, de schuldenaar zijn prestatie niet aanstonds kan verrichten maar daarvoor redelijkerwijs nog enige voorbereidingstijd nodig heeft, eindigen de gevolgen van het schuldeisersverzuim pas zodra de schuldenaar redelijkerwijs weer tot nakoming in staat is. Pas op dat moment is immers het van de zijde van de schuldeiser opgekomen beletsel voor de schuldenaar om zijn verbintenis na te komen, uitgewerkt. In het onderhavige geval staat vast dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.