NJB 2022/969
Rechtsvordering tot vergoeding van schade. Verjaring. Aanvangsmoment. Een gescheiden vrouw vordert schadevergoeding van de ex-man wegens onrechtmatige mededelingen over zijn vermogen. Daadwerkelijke bekendheid. Hoge Raad: Indien de overwegingen van het hof aldus moeten worden begrepen dat voor het aanvangsmoment van de verjaring voldoende is dat de benadeelde bekend had kunnen of moeten zijn met de schade, is het hof uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting. Indien de overwegingen van het hof aldus moeten worden begrepen dat de benadeelde daadwerkelijk bekend was met het gestelde onrechtmatig handelen en de gestelde schade, dan is dit oordeel onvoldoende gemotiveerd.
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:627
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/03279
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:627, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:909, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2020
- Wetingang
(art. 3:310 lid 1 BW)
Essentie
Rechtsvordering tot vergoeding van schade. Verjaring. Aanvangsmoment. Een gescheiden vrouw vordert schadevergoeding van de ex-man wegens onrechtmatige mededelingen over zijn vermogen. Daadwerkelijke bekendheid. Hoge Raad: Indien de overwegingen van het hof aldus moeten worden begrepen dat voor het aanvangsmoment van de verjaring voldoende is dat de benadeelde bekend had kunnen of moeten zijn met de schade, is het hof uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting. Indien de overwegingen van het hof aldus moeten worden begrepen dat de benadeelde daadwerkelijk bekend was met het gestelde onrechtmatig handelen en de gestelde schade, dan is dit oordeel onvoldoende gemotiveerd.
Partij(en)
De vrouw, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.