AB 2018/107
Rechterlijke toetsing van ruime bestuurlijke beoordelingsmarge wat betreft feitenbeoordeling beperkt tot kennelijke onjuistheden. Procedurele toetsing of besluit op een toereikende motivering en op een voldoende solide feitelijke grondslag berust.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
4 april 2017
- Magistraten
K. Lenaerts, A. Tizzano, M. Ilešič, L. Bay Larsen, T. von Danwitz, E. Juhász, M. Berger, A. Prechal, M. Vilaras, E. Regan, A. Rosas, A. Borg Barthet, D. Šváby, E. Jarašiūnas, C. Lycourgos
- Zaaknummer
C-544/15
- Conclusie
M. Szpunar
- Noot
R.J.G.M. Widdershoven
- Roepnaam
Sahar Fahimian/Bundesrepublik Deutschland, in tegenwoordigheid van Stadt Darmstadt
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS928503:1
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2017:255, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 04‑04‑2017
ECLI:EU:C:2016:908, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2016
- Wetingang
Art. 6 lid 1 onder d en art. 18 lid 4 Richtlijn 2004/114/EG, betreffende de voorwaarden voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op studie, scholierenuitwisseling, onbezoldigde opleiding of vrijwilligerswerk
Essentie
Rechterlijke toetsing van ruime beoordelingsmarge wat betreft beoordeling van de feiten beperkt tot kennelijke onjuistheden. Procedurele toetsing of besluit op een toereikende motivering en voldoende solide feitelijke grondslag berust.
Samenvatting
Art. 6 lid 1 onder d Richtlijn 2004/114/EG moet in die zin worden uitgelegd dat de bevoegde nationale autoriteiten, wanneer bij hen door een derdelander een visum voor studiedoeleinden wordt aangevraagd, over een ruime beoordelingsmarge beschikken om in het licht van alle relevante gegevens die de situatie van deze derdelander kenmerken, na te gaan of deze derdelander een – al was het maar potentiële – bedreiging voor de openbare veiligheid vormt. ...