JWB 2014/263
Insolventierecht
HR 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1389
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juni 2014
- Zaaknummer
14/01667
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Insolventierecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1389, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:351, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
Insolventierecht
Samenvatting
Casus
Aanleiding voor deze gerechtelijke procedure in cassatie is de beëindiging van een wettelijke schuldsaneringsregeling zonder schone lei.
Beslissing
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a lid 1 RO en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren. De Procureur-Generaal merkt woordelijk het volgende op in zijn conclusie: "Klacht (i) ontbeert ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.