Intern Akkoord betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Tweede Financieel Protocol bij de Vierde ACS-EG-Overeenkomst
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1998
- Bronpublicatie:
20-12-1995, Trb. 1996, 104 (uitgifte: 17-04-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-08-1998, Trb. 1998, 193 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
1.
De bedragen die aan de Bank worden betaald uit hoofde van de na 1 juni 1964 aan de ACS-Staten, de LGO en de Franse overzeese departementen verstrekte speciale leningen, alsmede de opbrengsten en revenuen van de verrichtingen met risicodragend kapitaal die na 1 februari 1971 hebben plaatsgevonden ten gunste van deze staten, landen, gebieden en departementen, komen aan de Lid-Staten toe naar rato van hun bijdragen aan het Fonds waaruit deze middelen afkomstig zijn, tenzij de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen besluit deze bedragen te reserveren of voor andere verrichtingen aan te wenden.
De provisies die wegens het beheer van de in de eerste alinea bedoelde leningen en verrichtingen aan de Bank verschuldigd zijn, worden vooraf op deze middelen in mindering gebracht.
2.
Onverminderd artikel 192 van de Overeenkomst worden de rentebaten uit deposito's bij de betalingsgemachtigden in Europa als bedoeld in artikel 319, lid 4, van de Overeenkomst gecrediteerd op een of verschillende ten name van de Commissie geopende rekeningen. Deze rentebaten worden door de Commissie, na een met gekwalificeerde meerderheid uitgebracht advies van het in artikel 21 bedoelde Comité van het EOF, gebruikt voor:
- —
dekking van de administratie- en financieringskosten die uit het beheer van de kasmiddelen van het Fonds voortvloeien;
- —
het verrichten van studies of expertises van korte duur waarmee een gering bedrag is gemoeid, inzonderheid ter vergroting van haar eigen capaciteit op het gebied van het analyseren, doorlichten en formuleren van het structurele aanpassingsbeleid;
- —
het verrichten van audits en evaluaties van korte duur waarmee een gering bedrag is gemoeid;
- —
Het verrichten van studies of expertises van korte duur waarmee een gering bedrag is gemoeid, met betrekking tot financieringsvoorstellen waaraan de laatste hand wordt gelegd.
Op voorstel van de Commissie kan de Raad evenwel met gekwalificeerde meerderheid als bepaald in artikel 21, lid 4, beslissen de in dit artikel bedoelde ontvangsten te gebruiken voor andere dan de in lid 2 genoemde doeleinden.