Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenwet 2000
Artikel 51 [Onderzoek vervoermiddel]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2001
- Bronpublicatie:
23-11-2000, Stb. 2000, 495 (uitgifte: 07-12-2000, kamerstukken: 26732)
- Inwerkingtreding
01-04-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2001, Stb. 2001, 144 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Indien de ambtenaren belast met de grensbewaking en de ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen op grond van feiten en omstandigheden, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden hebben dat met een vervoermiddel personen worden vervoerd met betrekking tot wie zij een toezichthoudende taak hebben, zijn zij bevoegd het vervoermiddel te onderzoeken. De ambtenaren zijn in dat geval bevoegd van de bestuurder van het voertuig of van de schipper van het vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel stilhoudt en naar een door hen aangewezen plaats overbrengt teneinde het vervoermiddel te onderzoeken.
2.
Artikel 5:19, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing op de vordering als bedoeld in het eerste lid.
3.
Indien de ambtenaren belast met de grensbewaking op grond van feiten en omstandigheden, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden hebben dat met een luchtvaartuig personen worden vervoerd met betrekking tot wie zij een toezichthoudende taak hebben, zijn zij bevoegd het luchtvaartuig te onderzoeken. De ambtenaren zijn in dat geval bevoegd van de gezagvoerder van een luchtvaartuig te vorderen dat deze zijn luchtvaartuig naar een door hen aangewezen plaats overbrengt teneinde het luchtvaartuig te onderzoeken. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld.