Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 151
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2021.
- Bronpublicatie:
13-07-2021, PbEU 2021, L 250 (uitgifte: 15-07-2021, regelingnummer: 2021/1159)
- Inwerkingtreding
15-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2021, PbEU 2021, L 250 (uitgifte: 15-07-2021, regelingnummer: 2021/1159)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Omzetbelasting / Vrijstelling
Europees belastingrecht (V)
1.
De lidstaten verlenen vrijstelling voor de volgende handelingen:
- a)
goederenleveringen en diensten verricht in het kader van de diplomatieke en consulaire betrekkingen;
- a bis)
goederenleveringen en diensten verricht voor de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, de Europese Centrale Bank of de Europese Investeringsbank of voor de door de Europese Gemeenschappen opgerichte organen waarop het Protocol van 8 april 1965 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen van toepassing is, zulks binnen de beperkingen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld bij dat protocol, bij de overeenkomsten tot toepassing van dat protocol of bij de vestigingsovereenkomsten, en voor zover zulks niet leidt tot verstoring van de mededinging;
- a ter)
de levering van goederen aan of het verrichten van diensten voor de Commissie of een krachtens het Unierecht opgericht agentschap of orgaan wanneer de Commissie of een dergelijk agentschap of orgaan deze goederen aankoopt in het kader van de uitvoering van de hen bij het Unierecht toevertrouwde taken ter bestrijding van de COVID-19-pandemie, tenzij de aangekochte goederen en diensten onmiddellijk dan wel op een later tijdstip worden gebruikt voor latere leveringen onder bezwarende titel door de Commissie of dergelijk agentschap of orgaan;
- b)
goederenleveringen en diensten bestemd voor andere dan de in punt a bis) bedoelde internationale instellingen die als dusdanig door de overheid van de lidstaat waar zij zijn gevestigd, zijn erkend, alsmede voor de leden van deze instellingen, zulks binnen de beperkingen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld bij de internationale verdragen tot oprichting van deze instellingen of bij de vestigingsovereenkomsten;
- b bis)
goederenleveringen en diensten verricht in een lidstaat, bestemd voor de strijdkrachten van andere lidstaten, ten behoeve van deze strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of voor de bevoorrading van hun messes of kantines, voor zover die strijdkrachten deelnemen aan een defensie-inspanning ter uitvoering van een Unieoptreden in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid;
- b ter)
goederenleveringen en diensten verricht voor een andere lidstaat, bestemd voor de strijdkrachten van andere lidstaten dan de lidstaat van bestemming zelf, ten behoeve van deze strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of voor de bevoorrading van hun messes of kantines, voor zover die strijdkrachten deelnemen aan een defensie-inspanning ter uitvoering van een Unieoptreden in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid;
- c)
goederenleveringen en diensten verricht in de lidstaten die partij zijn bij het Noord-Atlantische Verdrag, en bestemd voor de strijdkrachten van de andere staten die partij bij dat verdrag zijn, ten behoeve van deze strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of voor de bevoorrading van hun messes of kantines, voor zover deze strijdkrachten deelnemen aan de gemeenschappelijke defensie-inspanning;
- d)
goederenleveringen en diensten verricht voor een andere lidstaat, bestemd voor de strijdkrachten van andere staten die partij zijn bij het Noord-Atlantische Verdrag dan de lidstaat van bestemming zelf, ten behoeve van deze strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of voor de bevoorrading van hun messes of kantines, voor zover deze strijdkrachten deelnemen aan de gemeenschappelijke defensie-inspanning;
- e)
goederenleveringen en diensten verricht voor de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk die op Cyprus zijn gestationeerd overeenkomstig het Verdrag betreffende de oprichting van de Republiek Cyprus van 16 augustus 1960, ten behoeve van de strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of voor de bevoorrading van hun messes of kantines.
De in de eerste alinea geregelde vrijstellingen zijn, met uitzondering van de vrijstelling van punt a ter), van toepassing met inachtneming van de door de lidstaat van ontvangst vastgestelde beperkingen, totdat een uniforme belastingregeling is vastgesteld.
2.
Voor goederen die niet worden verzonden of vervoerd naar een plaats buiten de lidstaat waar de levering van deze goederen wordt verricht, evenals voor diensten, kan de vrijstelling worden verleend in de vorm van teruggaaf van de BTW.
3.
Wanneer aan de vrijstellingsvoorwaarden van lid 1, eerste alinea, punt a ter), niet langer is voldaan, stelt de Commissie of het betrokken agentschap of orgaan dat de vrijgestelde goederenlevering heeft ontvangen of voor wie de vrijgestelde dienst is verricht de lidstaat waarin de vrijstelling is toegepast daarvan in kennis, en is die goederenlevering of die dienstverrichting aan btw onderworpen onder de voorwaarden die op dat ogenblik gelden.