Einde inhoudsopgave
Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 45 Samenstelling transitiecommissie
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
22-06-2023, Stb. 2023, 217 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
De transitiecommissie bestaat uit vijf onafhankelijke leden waaronder een voorzitter.
2.
Onze Minister benoemt de leden van de transitiecommissie. Alvorens een kandidaat-lid te benoemen vraagt Onze Minister het oordeel van de Stichting van de Arbeid over de kandidaat.
3.
De leden van de transitiecommissie zijn deskundig ten aanzien van pensioen en hebben ruime werkervaring op pensioenterrein als bestuurder, wetenschapper of bestuursadviseur.
4.
In de transitiecommissie als geheel is deskundigheid op het gebied van pensioen en arbeidsvoorwaarden, actuariële deskundigheid, kennis van en ervaring met mediation-trajecten en kennis van en ervaring met onderhandelingsprocessen vertegenwoordigd.
5.
De leden van de transitiecommissie:
- a.
functioneren onafhankelijk en bevestigen dit voorafgaand aan hun aanstelling schriftelijk;
- b.
leggen vast welke andere werkzaamheden zij verrichten; en
- c.
zijn niet betrokken bij bemiddeling of bindend advies voor partijen of sectoren waarbij zij uit hoofde van hun andere werkzaamheden betrokken zijn.
6.
De transitiecommissie voorkomt belangenverstrengeling of de schijn van belangenverstrengeling en stelt hiervoor nadere regels in het reglement.
7.
De voorzitter en commissieleden kunnen op eigen verzoek door Onze Minister worden ontslagen. Zij kunnen verder door Onze Minister worden geschorst of ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.
8.
De transitiecommissie wordt bekostigd door Onze Minister. De leden van de transitiecommissie kunnen een vergoeding ontvangen volgens de regels van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.
9.
De transitiecommissie wordt uiterlijk vier weken nadat het jaarverslag over 2026, bedoeld in artikel 45b, is uitgebracht opgeheven, tenzij naar het oordeel van Onze Minister onvoorziene omstandigheden het opheffen van de transitiecommissie in de weg staan.