NJB 2013/2456

Wisseling van advocaat. Uitstel. Op de hofroldatum waarop appellant partij peremptoir staat voor memorie van grieven, vindt aan de zijde van appellant een wisseling van advocaat plaats en vraagt de opvolgend advocaat uitstel. De rolraadsheer weigert dit en verleent akte van niet-dienen. HR: In geval van een wisseling van advocaat (ook herroeping genoemd) dient de rechter, indien de opvolgend advocaat uitstel vraagt, in beginsel een uitstel van twee weken te verlenen. Een uitstelverzoek als het onderhavige kan slechts worden afgewezen indien de rechter aannemelijk acht dat uitstel onverenigbaar is met art. 20 Rv of de eisen van een goede procesorde. Daarvan is onder meer sprake als de rechter aannemelijk acht dat de wisseling van advocaat plaatsvindt om aan de akte van niet-dienen te ontkomen. De rechter zal zijn afwijzende beslissing moeten motiveren