V-N 2019/38.9
Deelnemingsvrijstelling niet van toepassing bij ‘short cum/ex transactie’
HR (Parket) 07-06-2019, ECLI:NL:PHR:2019:607, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
7 juni 2019
- Zaaknummer
18/04686
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS73445:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1738, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:607, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑06‑2019
- Wetingang
art. 13 Wet VPB 1969
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is op het door X bv gerealiseerde resultaat. X bv heeft namelijk geen voordeel genoten uit hoofde van een deelneming, maar uit hoofde van een verdienmodel dat geen verband houdt met de bedrijfsresultaten of de waarde van E AG.
Samenvatting
De belanghebbende is market maker. Eind 2006 kondigde het Duitse beursfonds [E] een ‘superdividend’ aan van € 34,80 per aandeel. De belanghebbende heeft daarop in 2007 aandelen [E] cum dividend bezitloos (short) verkocht en – na verwerving van de aandelen en dividendbetaling – ex dividend geleverd. Volgens de Duitse beursregels moest zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.