RAR 2017/110
Uitleg cao. Is de invoering van (de taakstelling in) de Jeugdwet en de Wmo 2015 te beschouwen als een bezuiniging in de zin van de CAO Jeugdzorg?
HR 21-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:772
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/05020
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926555:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:772, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:307, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑03‑2017
- Wetingang
Art. 392 Rv; art. 41 lid 1 WJZ
Samenvatting
Werknemers waren werkzaam bij het Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en in dienst bij werkgever. Zij zijn ontslagen of hebben hun dienstverband ontbonden zien worden vanwege een reorganisatie bij werkgever. Deze reorganisatie is ingegeven door de invoering in 2015 van de Jeugdwet en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (hierna: 'WMO 2015'). Binnen de cao Jeugdzorg bestaan twee wachtgeldregelingen. Afhankelijk van de reden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.