RFR 2022/18
Gezag en omgang. Kan aan een ouder met eenhoofdig gezag een bevel tot terugverhuizing worden gegeven?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/03640
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS631150:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1513, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:701, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
Gezag en omgang.
Kan aan een ouder die met onbekende bestemming is verhuisd in de periode dat hij of zij was belast met het eenhoofdig gezag over een kind, een bevel tot terugverhuizing worden gegeven?
Samenvatting
Uit de affectieve relatie van de moeder en de vader is in 2018 een dochter geboren die voor de geboorte door de vader is erkend. De ouders hebben (kennelijk) nagelaten om de uitoefening van gezag in het gezagsregister te doen aantekenen, zodat de moeder van rechtswege is belast met het eenhoofdig gezag (art. 1:253b lid 1 BW). In december 2018 ...