NJB 2019/1273
Witwassen art. 420bis Sr. Winsten uit pokerspellen bij gelegenheden als bedoeld in art. 1 lid 1 aanhef en onder a Wet op de kansspelen terwijl die winsten daarna vermengd zijn geraakt met legale inkomsten en vermogensbestanddelen van hem en zijn echtgenote. Het Hof oordeelt niet zonder meer begrijpelijk dat de in de bewezenverklaring opgenomen voorwerpen daardoor gedeeltelijk middellijk afkomstig zijn uit enig ‘misdrijf’. De door de verdachte behaalde winsten vormen immers de opbrengsten of verdiensten van de ‘overtreding’ bestaande in het gebruikmaken van de gelegenheid om mede te dingen naar prijzen of premies als bedoeld in art. 1 lid 1 aanhef en onder c Wet op de kansspelen, maar betreffen op zichzelf niet tevens (middellijk) de opbrengsten of verdiensten van het ‘misdrijf’ van het opzettelijk zonder vergunning gelegenheid geven om mede te dingen naar prijzen of premies als bedoeld in art. 1 lid 1 aanhef en onder a Wet op de kansspelen. A-G: anders
HR 21-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:774
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/03191
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Horecarecht / Kansspel- en gokactiviteiten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:774, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:137, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2018
- Wetingang
(art. 420bis Sr; art. 1, 36, 36a Wet op de kansspelen)
Essentie
Witwassen art. 420bis Sr. Winsten uit pokerspellen bij gelegenheden als bedoeld in art. 1 lid 1 aanhef en onder a Wet op de kansspelen terwijl die winsten daarna vermengd zijn geraakt met legale inkomsten en vermogensbestanddelen van hem en zijn echtgenote. Het Hof oordeelt niet zonder meer begrijpelijk dat de in de bewezenverklaring opgenomen voorwerpen daardoor gedeeltelijk middellijk afkomstig zijn uit enig ‘misdrijf’. De door de verdachte behaalde winsten vormen immers de opbrengsten of verdiensten van de ‘overtreding’ bestaande in het gebruikmaken van de gelegenheid om mede te dingen naar prijzen of premies als bedoeld in art. 1 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.