RN 2022/74
Economische eigendom. Is er sprake van inbreng economisch eigendom in C.V. en deelt vennoot bij uittreden mee in waardevermeerdering van perceel?
HR 10-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:852
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, K. Teuben
- Zaaknummer
20/04377
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS668610:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:852, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1188, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑12‑2020
- Wetingang
Art. 7A:1655 BW; art. 19 lid 1 WvK
Essentie
Economische eigendom. Inbreng. Haviltex-maatstaf.
Is er sprake van inbreng economisch eigendom in C.V. en deelt vennoot bij uittreden mee in waardevermeerdering van perceel?
Samenvatting
Het gaat in onderhavige zaak om drie vennoten die samen in 2007 een commanditaire vennootschap zijn aangegaan. Eiser en de verweerder, die tot 2012 op huwelijkse voorwaarden met elkaar gehuwd waren, waren de beherende vennoten en de moeder van de verweerder als commanditaire vennoot. De moeder was tot haar overlijden in 2016 eigenaar van een perceel landbouwgrond. De akte van commanditaire vennootschap bevat onder andere een crediteringsbeding voor de inbreng. Moeder heeft een perceel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.