Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag
Artikel 29
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2008
- Bronpublicatie:
04-07-2008, Stcrt. 2008, 130 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: DV2008-00564M)
- Inwerkingtreding
11-07-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2008, Stcrt. 2008, 130 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: DV2008-00564M)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Energiebelasting
1.
De administratie van een installatie waarin zuivere biomassa zodanig wordt verwerkt dat daaruit elektriciteit wordt opgewekt, dient zodanig te zijn ingericht dat daarin op overzichtelijke wijze alle gegevens zijn opgenomen welke van belang zijn voor de jaarlijkse vaststelling van:
- a.
de door de installatie geproduceerde hoeveelheid elektriciteit alsmede de aan het distributienet geleverde hoeveelheid elektriciteit;
- b.
de verbruikte hoeveelheid fossiele brandstof en de energie-inhoud daarvan;
- c.
de verbruikte hoeveelheid biomassa die als zuivere biomassa kan worden aangemerkt en de energie-inhoud daarvan;
- d.
de verbruikte hoeveelheid biomassa die niet als zuivere biomassa kan worden aangemerkt en de energie-inhoud daarvan;
- e.
het netto elektrisch rendement van de installatie.
2.
De administratie van een installatie waarin zuivere biomassa wordt verwerkt op een wijze als bedoeld in het eerste lid, dient zodanig te zijn ingericht dat daarin op overzichtelijke wijze de gegevens zijn opgenomen omtrent alle voor de toepassing van artikel 14 van belang zijnde bedrijfshandelingen.
3.
De administratie van een installatie waarin biomassa zodanig wordt verwerkt dat daaruit stortgas, rioolwaterzuiveringsgas of biogas wordt gewonnen, dient zodanig te zijn ingericht dat daarin op overzichtelijke wijze alle gegevens zijn opgenomen welke van belang zijn voor de jaarlijkse vaststelling van de door de installatie gewonnen en aan het distributienet geleverde hoeveelheid stortgas, rioolwaterzuiveringsgas, of biogas.