Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 351 Beoordeling van de voorwaarden: criteria
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2015
- Bronpublicatie:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Inwerkingtreding
18-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Bij de beoordeling of de risicomanagementprocessen en internecontrolemechanismen van de moederonderneming in overeenstemming met artikel 236, onder b), van Richtlijn 2009/138/EG de dochteronderneming bestrijken, gaan de groepstoezichthouder en de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten na of aan alle volgende criteria is voldaan:
- (a)
de in artikel 44, lid 4, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde risicomanagementfunctie met betrekking tot de dochteronderneming wordt in significante mate door de moederonderneming vervuld, en dat op zodanige wijze dat de moederonderneming het merendeel van de in artikel 269 van deze verordening opgesomde taken van de risicomanagementfunctie uitvoert;
- (b)
de in artikel 46 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde compliancefunctie met betrekking tot de dochteronderneming wordt in significante mate door de moederonderneming vervuld, en dat op zodanige wijze dat de moederonderneming het merendeel van de in artikel 270 van deze verordening opgesomde taken van de compliancefunctie uitvoert;
- (c)
de dochteronderneming voldoet aan de in artikel 49 van Richtlijn 2009/138/EG beschreven uitbestedingsvereisten met betrekking tot de risicomanagement- en complianceactiviteiten die door de moederonderneming worden uitgevoerd.
2.
Bij de beoordeling of de dochteronderneming in overeenstemming met artikel 236, onder b), van Richtlijn 2009/138/EG prudent wordt beheerd, gaan de groepstoezichthouder en de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten na of aan alle volgende criteria is voldaan:
- (a)
het in artikel 246 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde governancesysteem van de groep is doeltreffend genoeg en resulteert niet in een situatie die vergelijkbaar is met een significante afwijking als bedoeld in artikel 37, lid 1, onder c), van genoemde richtlijn;
- (b)
het in artikel 41 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde governancesysteem van de dochteronderneming is doeltreffend genoeg en resulteert niet in een situatie die vergelijkbaar is met een significante afwijking als bedoeld in artikel 37, lid 1, onder c), van Richtlijn 2009/138/EG;
- (c)
er wordt geen afbreuk gedaan aan het in artikel 41 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde governancesysteem van de dochteronderneming door de risicomanagement- en compliancefuncties van de moederonderneming die de dochteronderneming bestrijken.