V-N 2013/55.15
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over de btw-vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen waar het gaat om belegging in onroerende zaken
HR 01-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1015, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 november 2013
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Bavinck, Punt, Van Kalmthout
- Zaaknummer
11/04540
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BY8731
- JCDI
JCDI:ADS915470:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Financiële planning / Beleggen en sparen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2684, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:852, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑07‑2016
ECLI:NL:HR:2013:1015, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2012:BY8731, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑11‑2011
- Wetingang
art. 13 B onderdeel d onder 6 Richtlijn 77/388/EEG (6e Rl); art. 11 lid 1 onderdeel i onder 3° Wet OB 1968
Essentie
De Hoge Raad besluit tot het stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ EU over de begrippen ‘gemeenschappelijk beleggingsfonds’ en ‘beheer’.
Samenvatting
Belanghebbende is een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De tot de fiscale eenheid behorende A Beheer nv heeft met drie, niet tot de fiscale eenheid behorende, vennootschappen overeenkomsten gesloten tot het tegen vergoeding verrichten van diensten. De activiteiten van de vennootschappen, die zijn opgericht door enkele pensioenfondsen, bestaan uit de acquisitie van aandeelhouders en certificaathouders, het aan en verkopen en het exploiteren van onroerende zaken. De daarmee gemoeide werkzaamheden worden alle door belanghebbende zelf of in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.