FED 2022/2
Eigenaar van een schip die wel herkomst minerale oliën in sloptanks kan aantonen, maar niet het vermoeden kan ontzenuwen dat deze goederen niet eerder in de heffing zijn betrokken, wordt geacht accijnsgoederen voorhanden te hebben gehad.
HR 06-08-2021, ECLI:NL:HR:2021:1187, m.nt. mr. I. van den Eijnde
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 augustus 2021
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Faase, Beukers-van Dooren, Van Eijsden
- Zaaknummer
19/00789
- Noot
mr. I. van den Eijnde
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS627101:1
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑08‑2021
ECLI:NL:HR:2021:1187, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑08‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1223, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1209, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑12‑2020
- Wetingang
Art. 2 lid 1 onderdeel b Wet op de Accijns; art. 34 Uitvoeringsbesluit Accijns
Essentie
Eigenaar van een schip die wel herkomst minerale oliën in sloptanks kan aantonen, maar niet het vermoeden kan ontzenuwen dat deze goederen niet eerder in de heffing zijn betrokken, wordt geacht accijnsgoederen voorhanden te hebben gehad.
Samenvatting
Bij een controle aan boord van een schip is een voorraad ongelode lichte olie (motorbenzine) aangetroffen in de sloptanks. Sloptanks dienen voor de tijdelijke opslag van lading die na lossing als restlading (niet verontreinigd restant) of als residu (verontreinigd restant) achterblijft in de ladingtanks. Ten aanzien van deze olie heeft noch de schipper, noch de eigenaar van het schip, noch de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.