RFR 2020/16
Bopz. Moet betrokkene bij voortzetting van de mondelinge behandeling opnieuw worden gehoord?
HR 11-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1562
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03024
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS183313:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1562, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:788, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑06‑2019
- Wetingang
Art. 8 lid 1 Bopz; art. 5 lid 1 aanhef en onder e EVRM
Essentie
Bopz. Voorlopige machtiging. Bescherming meerderjarige.
Moet betrokkene bij voortzetting van de mondelinge behandeling opnieuw worden gehoord? Behoorlijke oproeping van betrokkene?
Samenvatting
De officier van justitie heeft op 13 februari 2019 de rechtbank verzocht een voorlopige machtiging te verlenen om het verblijf van betrokkene in Lentis Kliniek te Groningen te doen voortduren. Het verzoek werd behandeld op de zitting van 25 februari 2019 in aanwezigheid van de betrokkene. De rechtbank bepaalde daarbij dat de behandeling van de zaak zou worden voortgezet op een nader te bepalen tijdstip. Daartoe overwoog de rechtbank dat een andere dan de verzochte maatregel wellicht meer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.