Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Sint Maarten]
Artikel 1B
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2014
- Bronpublicatie:
09-01-2014, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2014, 7 (uitgifte: 14-01-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2014, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2014, 33 (uitgifte: 01-04-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Sint Maarten
1.
Voor de toepassing van deze landsverordening wordt onder doelvermogen verstaan een stichting particulier fonds of een trust welke op daartoe aan de Inspecteur gedaan verzoek als zodanig is aangemerkt.
2.
De Inspecteur beslist binnen twee maanden na ontvangst van een verzoek als bedoeld in het eerste lid bij voor bezwaar vatbare beschikking. Indien bedoelde beschikking niet binnen genoemde termijn wordt verzonden, wordt het verzoek geacht te zijn ingewilligd.
3.
Bij inwilliging van het verzoek, bedoeld in het eerste lid, geldt zulks met ingang van het jaar volgend op het jaar waarin het verzoek is gedaan, met dien verstande dat ingeval het verzoek is gedaan binnen drie maanden na de oprichting, respectievelijk instelling, zulks geldt met ingang van de datum van oprichting dan wel instelling. De aanwijzing van de inspecteur als doelvermogen geldt voor tenminste drie volledige boekjaren. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing bij verplaatsing van een stichting particulier fonds of een trust naar Sint Maarten.
4.
Indien een stichting particulier fonds of een trust wordt aangemerkt als doelvermogen, worden per ultimo van het boekjaar waarin het daarin bedoelde verzoek is ingediend, haar activa en passiva gesteld op de waarde in het economische verkeer.
5.
Op schriftelijk verzoek kan een stichting particulier fonds of een trust niet langer als doelvermogen worden aangemerkt. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing. Bij inwilliging van dit verzoek geldt zulks met ingang van het boekjaar volgend op het jaar waarin het verzoek is gedaan of het eerste boekjaar nadat de in het derde lid bedoelde termijn is verstreken indien dat later is.
6.
Indien een stichting particulier fonds of een trust niet langer wordt aangemerkt als doelvermogen worden per ultimo van het laatste boekjaar waarin de stichting particulier fonds of trust die status geniet, haar activa en passiva gesteld op de waarde in het economische verkeer.