NJ 2015/371
Onderzoek hof m.b.t. getuige na sluiting onderzoek: niet-naleving art. 422 lid 1 Sv leidt niet tot nietigheid.
HR 12-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1232, m.nt. B.F. Keulen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 mei 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/00311
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124084:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1232, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:580, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft op grond van een na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting gedaan onderzoek naar een door de verdediging gevraagde getuige in zijn uitspraak vastgesteld dat deze was overleden. Het hof kon oordelen dat de verdachte daardoor geen belang meer had bij heropening van het onderzoek. Niet-naleving van het voorschrift dat het hof beraadslaagt naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting (art. 422 lid 1 Sv) leidt slechts tot nietigheid als de verdachte in enig belang is geschaad (HR NJ 2006/666). A-G: nu het hof de verwerping van het gevoerde bewijsverweer (dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.