NJ 2022/237
Wvggz. Zorgmachtiging. Wilsbekwaam verzet (art. 2:1 lid 6 Wvggz); beoordeling bij afgifte zorgmachtiging.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 februari 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/03952
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Noot
J. Legemaate
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS657096:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:123, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1139, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2021
- Wetingang
Art. 2:1 lid 6 Wvggz
Samenvatting
Uit de toelichting op art. 2:1 lid 6 Wvggz volgt dat zogeheten wilsbekwaam verzet moet worden gerespecteerd indien de psychische stoornis van de patiënt alleen een aanmerkelijke kans op schade voor de betrokkene zelf veroorzaakt. Art. 2:1 lid 6 Wvggz is ook van toepassing in de fase van de afgifte van een zorgmachtiging. Indien de betrokkene tijdens de procedure tot het verlenen van een zorgmachtiging een voldoende toegelicht bezwaar maakt tegen de voorgestelde verplichte zorg en de ...