Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1223/2009 betreffende cosmetische producten
Artikel 19 Etikettering
Geldend
Geldend vanaf 11-01-2010
- Bronpublicatie:
30-11-2009, PbEU 2009, L 342 (uitgifte: 22-12-2009, regelingnummer: 1223/2009)
- Inwerkingtreding
11-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2009, PbEU 2009, L 342 (uitgifte: 22-12-2009, regelingnummer: 1223/2009)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Reclame
1.
Onverminderd andere bepalingen in dit artikel worden cosmetische producten slechts op de markt aangeboden indien op de recipiënt en op de verpakking in onuitwisbare letters, goed leesbaar en zichtbaar, de volgende aanduidingen aangebracht:
- a)
de naam of de handelsnaam en het adres van de verantwoordelijke persoon. Deze aanduidingen mogen worden afgekort voor zover de afkorting de identificatie van deze persoon en zijn adres mogelijk maakt. Indien verschillende adressen worden vermeld, moet het adres waar de verantwoordelijke persoon het productinformatiedossier ter gerede beschikking houdt, eruit springen. Voor geïmporteerde cosmetische producten wordt het land van oorsprong vermeld;
- b)
de nominale inhoud op het tijdstip van verpakking, aangegeven in gewicht of volume, behalve voor verpakkingen die minder dan 5 gram of minder dan 5 milliliter bevatten, gratis monsters en verpakkingen voor eenmalig gebruik; bij voorverpakkingen die gewoonlijk worden verhandeld per vast aantal stuks en waarvoor vermelding van gewicht of volume niet relevant is, behoeft de inhoud niet te worden vermeld voor zover het aantal stuks op de verpakking wordt vermeld. Deze vermelding is niet noodzakelijk wanneer het aantal stuks van buitenaf gemakkelijk kan worden bepaald of indien het product gewoonlijk slechts per stuk wordt verhandeld;
- c)
de datum waarop het cosmetische product, mits op passende wijze bewaard, zijn oorspronkelijke functie blijft vervullen en met name aan artikel 3 blijft voldoen (‘minimale houdbaarheidsdatum’).
De datum zelf of een aanwijzing waar deze datum op de verpakking te vinden is, wordt voorafgegaan door het in punt 3 van bijlage VII vermelde symbool of aangeduid met de woorden ‘bij voorkeur te gebruiken vóór eind …’.
De minimale houdbaarheidsdatum wordt duidelijk vermeld en bestaat uit maand en jaar, dan wel uit dag, maand en jaar, in deze volgorde. Zo nodig worden deze gegevens aangevuld met een vermelding van de omstandigheden waaronder de aangegeven houdbaarheid kan worden gewaarborgd.
De vermelding van de minimale houdbaarheid is niet verplicht wanneer deze meer dan dertig maanden bedraagt. In dit geval wordt aangegeven hoe lang het product na opening veilig is en zonder enig risico door de consument kan worden gebruikt. Deze informatie wordt, behoudens in gevallen waarin het concept van houdbaarheid na opening niet relevant is, aangegeven met het in punt 2 van bijlage VII vermelde symbool, gevolgd door de periode (in maanden en/of jaren);
- d)
de bijzondere voorzorgen in verband met het gebruik, en ten minste die welke zijn aangegeven in de bijlagen III tot en met VI en eventuele aanwijzingen omtrent bijzondere voorzorgsmaatregelen voor cosmetische producten voor professioneel gebruik;
- e)
het nummer van de productiecharge of de referentie die het mogelijk maakt het cosmetische product te identificeren. Indien dit echter vanwege de geringe afmetingen van het cosmetische product in de praktijk onmogelijk is, hoeft deze vermelding uitsluitend op de verpakking worden aangebracht;
- f)
de functie van het cosmetische product, behalve wanneer deze blijkt uit de aanbiedingsvorm ervan;
- g)
een lijst van ingrediënten. Deze informatie hoeft alleen op de verpakking te worden aangebracht. De lijst wordt voorafgegaan door de term ‘ingredients’.
Voor de toepassing van dit artikel betekent een ingrediënt elke stof of elk mengsel die doelbewust tijdens het fabricageproces in het cosmetische product zijn verwerkt. Als ingrediënten worden echter niet beschouwd:
- i)
onzuiverheden in de gebruikte ruwe materialen;
- ii)
supplementaire technische materialen die zijn gebruikt bij het mengsel maar niet aanwezig zijn in het eindproduct.
Parfum- en aromacomposities en grondstoffen daarvan worden aangegeven door de termen ‘parfum’ of ‘aroma’. Voorts wordt de aanwezigheid van stoffen waarvan de vermelding in de kolom ‘Andere’ in bijlage III voorgeschreven is, in de lijst van ingrediënten vermeld, in aanvulling op de termen ‘parfum’ of ‘aroma’.
De lijst van ingrediënten wordt opgesteld in volgorde van afnemend gewicht op het tijdstip van toevoeging aan het cosmetische product. Ingrediënten waarvan de concentratie minder dan 1 % bedraagt, mogen in willekeurige volgorde worden vermeld na de ingrediënten waarvan de concentratie meer dan 1 % bedraagt.
Elk ingrediënt dat in de vorm van een nanomateriaal in een product is verwerkt, wordt duidelijk in de lijst van ingrediënten vermeld. De naam van zulke ingrediënten wordt gevolgd door het woord ‘nano’ tussen haakjes.
Andere kleurstoffen dan kleurstoffen die voor het kleuren van de haren zijn bestemd, mogen in willekeurige volgorde na de overige cosmetische ingrediënten worden vermeld. Voor decoratieve cosmetische producten die in verschillende tinten op de markt gebracht worden, mogen alle in het gamma gebruikte andere kleurstoffen dan kleurstoffen die voor het kleuren van de haren zijn bestemd, worden vermeld op voorwaarde dat de woorden ‘kan … bevatten’ of het symbool ‘+/-’ worden toegevoegd. De CI-nomenclatuur (Colour Index) moet worden gebruikt, indien van toepassing.
2.
Wanneer het in de praktijk onmogelijk is de in lid 1, onder d) en g), bedoelde aanduidingen zoals vastgesteld te vermelden, geldt het volgende:
- —
de aanduidingen worden op een bijsluiter of aangehecht blad, etiket, strook of kaart vermeld.
- —
tenzij dit onuitvoerbaar is, wordt er naar deze informatie verwezen door middel van een verkorte aanduiding die, of het in punt 1 van bijlage VII vermelde symbool dat voor de in lid 1, onder d), bedoelde aanduidingen op de recipiënt of op de verpakking en voor de in lid 1, onder g), bedoelde aanduidingen op de verpakking moet zijn aangebracht.
3.
In het geval van zeep en badparels en andere kleine producten, wanneer het in de praktijk onmogelijk is de in lid 1, onder g), bedoelde informatie aan te brengen op een etiket, strook of kaart, gevoegd bij het product of een bijsluiter, wordt zij vermeld op een mededeling in de onmiddellijke nabijheid van de recipiënt waarin het cosmetische product te koop wordt aangeboden.
4.
Voor niet-voorverpakte cosmetische producten of voor cosmetische producten die op de plaats van verkoop op verzoek van de koper worden verpakt of worden voorverpakt met het oog op de onmiddellijke verkoop daarvan stellen de lidstaten vast op welke wijze de in lid 1 genoemde informatie wordt aangebracht.
5.
De taal waarin de in lid 1, onder b), c), d) en f) en in de leden 2, 3 en 4 bedoelde aanduidingen worden vermeld, wordt bepaald door de wetgeving van de lidstaten waarin het product aan de eindgebruiker wordt aangeboden.
6.
De in lid 1, onder g), bedoelde aanduidingen worden vermeld door de gemeenschappelijke benaming te gebruiken die in de in artikel 33 bedoelde woordenlijst is vastgesteld. Indien een gemeenschappelijke benaming ontbreekt, wordt een term gebruikt die uit een algemeen aanvaarde nomenclatuur afkomstig is.