V-N 2016/2.9
Te laat BPM-bezwaar is mogelijk toch verschoonbaar
HR 18-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3465, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 2015
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Van Loon
- Zaaknummer
14/04118
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922568:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3465, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑12‑2015
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het ontbreken van een rechtsmiddelenclausule onder omstandigheden verschoonbaarheid van de overschrijding van de bezwaartermijn kan meebrengen. Het oordeel van het hof berust dus op een onjuiste rechtsopvatting.
Samenvatting
X bv voldoet op 17 mei 2010 een BPM-bedrag op aangifte. Tegen deze voldoening maakt X bv pas op 28 februari 2012 bezwaar. In geschil is of het bezwaar terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk is verklaard. Volgens X bv had de inspecteur op de aangifte en/of op het betaalbericht een rechtsmiddelverwijzing moeten vermelden. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de voldoening op aangifte plaatsvindt op initiatief van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.