NJ 2014/238
Geschillenregeling art. 1:253a BW; geschil omtrent verblijfplaats kind; vervangende toestemming rechter voor (binnenlandse) verhuizing kind; maatstaf.
HR 11-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:901, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 april 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/04155
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS127845:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:901, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:50, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑08‑2013
- Wetingang
Art. 1:253a BW
Essentie
Geschillenregeling art. 1:253a BW; geschil omtrent verblijfplaats kind; vervangende toestemming rechter voor (binnenlandse) verhuizing kind; maatstaf.
In zijn beschikking van 25 april 2008, NJ 2008/414, m.nt. S.F.M. Wortmann, heeft de Hoge Raad vooropgesteld dat uit de omstandigheid dat in art. 1:253a BW is bepaald dat de rechtbank zodanige beslissing neemt als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt, niet mag worden afgeleid dat bij geschillen over gezamenlijke gezagsuitoefening het belang van het kind altijd zwaarder weegt dan andere belangen. Voorts heeft de Hoge Raad in die beschikking vooropgesteld dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.