AB 2011/32
WOZ-waarde. Fierensmarge. Wetmatigheidsvereiste. Procedurele vereisten. Geen redelijke mogelijkheid om de rechtmatigheid van de vaststelling van de WOZ-waarde op effectieve wijze aan te vechten.
HR 22-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1943, m.nt. D.G.J. Sanderink
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
22 oktober 2010
- Magistraten
Mrs. J.W. van den Berge, C. Schaap, J.W.M. Tijnagel, A.H.T. Heisterkamp en M.W.C. Feteris
- Zaaknummer
08/02324
- Conclusie
A-G Van Ballegooijen
- Noot
D.G.J. Sanderink
- LJN
BL1943
- JCDI
JCDI:ADS94864:1
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huurbeleid
Belastingen van lagere overheden (V)
Bestuursprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL1943, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL1943, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑12‑2009
- Wetingang
Essentie
WOZ-waarde. Fierensmarge. Wetmatigheidsvereiste. Procedurele vereisten. Geen redelijke mogelijkheid om de rechtmatigheid van de vaststelling van de WOZ-waarde op effectieve wijze aan te vechten.
Samenvatting
Artikel 1 van het Protocol brengt mee dat elke maatregel die het ongestoorde genot van eigendom aantast, waaronder de heffing van belasting, vergezeld moet gaan van procedurele garanties die de betrokkene een redelijke mogelijkheid bieden tot effectieve betwisting van de rechtmatigheid van die maatregel (vgl. EHRM 24 november 2005, no. 49429/99, Capital Bank AD tegen Bulgarije, paragraaf 134, en HR 10 juli 2009, nr. 08/01578, LJN BG4156, BNB 2009/246 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.