Einde inhoudsopgave
Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie
Artikel 20 [Schriftelijke behandeling. Mondelinge behandeling, uitzondering conclusie advocaat-generaal]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2012
- Bronpublicatie:
11-08-2012, Trb. 2012, 182 (uitgifte: 04-10-2012, regelingnummer: 741/2012)
- Inwerkingtreding
01-09-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-2012, Trb. 2012, 182 (uitgifte: 04-10-2012, regelingnummer: 741/2012)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
De procedure voor het Hof van Justitie bestaat uit twee gedeelten: de schriftelijke en de mondelinge behandeling.
De schriftelijke behandeling omvat het toezenden aan partijen en aan de instellingen van de Unie welker beslissingen in het geding zijn, van de verzoekschriften, memoriën, verweerschriften en andere opmerkingen en, eventueel, van de verdere conclusies, alsmede van alle stukken en documenten welke ter ondersteuning in het geding worden gebracht of van hun voor eensluidend gewaarmerkte afschriften.
De toezending geschiedt door tussenkomst van de griffier in de volgorde en binnen de termijnen als bepaald in het reglement voor de procesvoering.
De mondelinge behandeling omvat het horen door het Hof van de gemachtigden, raadslieden en advocaten, en van de advocaat-generaal in zijn conclusie, benevens, zo nodig, het horen van getuigen en deskundigen.
Wanneer het Hof van oordeel is dat in de zaak geen nieuwe rechtsvraag aan de orde is, kan het Hof, de advocaat-generaal gehoord, beslissen dat de zaak zonder conclusie van de advocaat-generaal zal worden berecht.