RvdW 2019/237
Procesrecht. Verstekvonnis of vonnis op tegenspraak?; beoordeling door appelrechter. Toegang tot rechter (art. 6 EVRM) indien niet kenbaar dat vonnis op tegenspraak is; gevolgen voor ontvankelijkheid. Geen belang bij voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep tegen onbehandeld laten grieven.
HR 08-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:207
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
18/00890
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:207, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑03‑2018
- Wetingang
Art. 82, 139, 140 lid 3, art. 335 Rv; art. 6 lid 1 EVRM
Essentie
Procesrecht. Verstekvonnis of vonnis op tegenspraak?; beoordeling door appelrechter. Toegang tot rechter (art. 6 EVRM) indien niet kenbaar dat vonnis op tegenspraak is; gevolgen voor ontvankelijkheid. Geen belang bij voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep tegen onbehandeld laten grieven.
Samenvatting
Nu in hoger beroep werd gegriefd tegen het oordeel van de kantonrechter dat het vonnis van 28 november 2013 een verstekvonnis was, diende het hof zelfstandig te beoordelen of dit vonnis een verstekvonnis was dan wel op tegenspraak was gewezen.
Het hof oordeelde terecht dat nu het vonnis van 28 november 2013 moet worden aangemerkt als vonnis op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.