RvdW 2020/958:Cassatieberoep benadeelde partij ontvankelijk? Art. 421.4 Sv voorziet in het instellen van h.b. door b.p. tegen de afwijzing van haar vordering door rechter in e.a. indien noch verdachte noch OM h.b. heeft ingesteld. Wet bevat geen regeling t.a.v. instellen van beroep in cassatie door b.p. indien haar vordering door appelrechter in strafgeding n-o is verklaard dan wel is afgewezen en noch verdachte noch OM cassatieberoep heeft ingesteld. In strafzaak tegen verdachte is geen cassatieberoep ingesteld door verdachte of door OM. Dit brengt mee dat de Hoge Raad het cassatieberoep van de b.p. niet in behandeling kan nemen (vgl. HR 4 juli 2017, RvdW 2017/828). HR verklaart b.p. n-o in beroep. Samenhang met 19/05590, 19/05592 en 19/05594.