RvdW 2011/281
Ouderlijk gezag. Internationale bevoegdheid; Brussel IIbis-Verordening; ambtshalve beoordeling in hoger beroep; perpetuatio fori-beginsel.
HR 18-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO7116
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 februari 2011
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/05141
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BO7116
- JCDI
JCDI:ADS125581:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO7116, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO7116, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2009
- Wetingang
Brussel II bis-Verordening, art. 8
Essentie
Ouderlijk gezag. Internationale bevoegdheid; Brussel IIbis-Verordening; ambtshalve beoordeling in hoger beroep; perpetuatio fori-beginsel.
Bij de (ambtshalve) beoordeling van zijn (internationale) bevoegdheid was het hof gebonden aan het in hoger beroep niet bestreden oordeel van de rechtbank over de verblijfplaats van de minderjarige ten tijde van het indienen van het inleidend verzoek. Juist is het oordeel van het hof dat latere wijzigingen in de verblijfplaats van de minderjarige aan de eenmaal terecht aangenomen bevoegdheid van de Nederlandse rechter niet kunnen afdoen.
Samenvatting
Tegen het verzoek van de vader tot onder meer wijziging van het ouderlijk gezag heeft de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.