NJB 2011, 641
Overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen. Onrechtmatige overheidsdaad. Een Belg is in Nederland veroordeeld tot gevangenisstraf. De Minister van Justitie weigert mee te werken aan de overdracht aan België van de tenuitvoerlegging van het strafvonnis, omdat hij het onwenselijk acht dat de veroordeelde profiteert van de in België geldende ruimere regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling. De veroordeelde dagvaardt de Staat in kort geding. HR: Toetsingsmaatstaf. Primair moet worden getoetst – met de mate van terughoudendheid die samenhangt met de ruime beleidsvrijheid van de minister – of deze bij afweging van de belangen van resocialisering en van een goede rechtsbedeling in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen. Waar ook op andere omstandig heden een beroep wordt gedaan, dient de rechter die mede in de beoordeling te betrekken.
HR 11-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9630
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 maart 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk en C.E. Drion
- Zaaknummer
10/03604
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BO9630
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9630, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9630, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2010
- Wetingang
Essentie
Overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen. Onrechtmatige overheidsdaad. Een Belg is in Nederland veroordeeld tot gevangenisstraf. De Minister van Justitie weigert mee te werken aan de overdracht aan België van de tenuitvoerlegging van het strafvonnis, omdat hij het onwenselijk acht dat de veroordeelde profiteert van de in België geldende ruimere regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling. De veroordeelde dagvaardt de Staat in kort geding. HR: Toetsingsmaatstaf. Primair moet worden getoetst – met de mate van terughoudendheid die samenhangt met de ruime beleidsvrijheid van de minister – of deze bij afweging van de belangen van resocialisering en van een goede rechtsbedeling in redelijkheid tot zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.