AB 2012/360
Wettelijk voorschrift. Het in de tenlastelegging genoemde art. 14 Communautair Douanewetboek is een wettelijk voorschrift ex art. 184 lid 1 Sr. Europeanisering van het Nederlandse wetsbegrip.
HR 03-07-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW3332, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juli 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma
- Zaaknummer
S 11/00504
- Conclusie
A-G mr. J. Silvis
- Noot
R. Ortlep
- LJN
BW3332
- JCDI
JCDI:ADS912533:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
EU-recht / Algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Douane (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW3332, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑07‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW3332, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑07‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑04‑2011
- Wetingang
Sr art. 1 lid 1, 184 lid 1; Verordening (EEG) nr. 2913/92 art. 14
Essentie
Wettelijk voorschrift. Het in de tenlastelegging genoemde art. 14 Communautair Douanewetboek is een wettelijk voorschrift ex art. 184 lid 1 Sr. Europeanisering van het Nederlandse wetsbegrip.
Samenvatting
Het middel klaagt dat het Hof de verdachte ten onrechte heeft vrijgesproken op de grond dat — kort gezegd — art. 14 Communautair Douanewetboek (hierna: CDW) niet kan dienen als grondslag voor het vorderen van inlichtingen.
De tenlastelegging is toegesneden op art. 184 lid 1 Sr. Die bepaling eist een ‘krachtens wettelijk voorschrift’ gedane vordering. Een dergelijk voorschrift moet uitdrukkelijk inhouden dat de betrokken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.