Einde inhoudsopgave
Regeling Pensioenwet BES
Artikel 10 Procedure met betrekking tot overdragende pensioenuitvoerder
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Samenvoeging van de Landsverordening ondernemingspensioenfondsen en de Beschikking toezichtkosten ondernemingspensioenfondsen. Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-09-2010, Stcrt. 2010, 14692 (uitgifte: 01-10-2010, regelingnummer: AV/PB/2010/18205)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I, lid 2 van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Toezicht
1.
De gewezen deelnemer kan uiterlijk tot twee jaar na beëindiging van de deelneming een verzoek tot waardeoverdracht doen bij de overdragende pensioenuitvoerder.
2.
Bij het verzoek legt de gewezen deelnemer een schriftelijke verklaring van de ontvangende pensioenuitvoerder over waarin deze verklaart bereid te zijn mee te werken aan de waardeoverdracht.
3.
De overdragende pensioenuitvoerder verstrekt binnen twee maanden na ontvangst van het in het eerste lid bedoelde verzoek aan de gewezen deelnemer een schriftelijke gedagtekende opgave van de overdrachtswaarde en de daaraan ten grondslag liggende gegevens, waaronder:
- a.
de pensioenaanspraken waarop de overdrachtswaarde is gebaseerd;
- b.
toeslagverlening;
- c.
geslacht, geboortedatum en pensioendatum; en
- d.
alle overige informatie die van belang is voor de uitvoering van de waardeoverdracht.
4.
De waardeoverdracht kan plaatsvinden nadat de gewezen deelnemer schriftelijk heeft ingestemd met de in het derde lid bedoelde opgave.
5.
Indien de gewezen deelnemer niet binnen zes maanden na dagtekening van de opgave of, indien hij tegen die opgave bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft aangetekend, binnen zes maanden nadat die opgave in rechte onaantastbaar is geworden, schriftelijk met de opgave heeft ingestemd, wordt het verzoek geacht te zijn ingetrokken.