Einde inhoudsopgave
Nederlandse corporate governance code
Principe 1.4 Verantwoording over risicobeheersing
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
20-12-2022, Stcrt. 2023, 23578 (uitgifte: 30-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2022, Stcrt. 2023, 23578 (uitgifte: 30-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Corporate governance
Het bestuur legt verantwoording af over de effectiviteit van de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen.
1.4.1. Verantwoording aan raad van commissarissen
Het bestuur bespreekt de effectiviteit van de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen als bedoeld in best practice bepalingen 1.2.1 tot en met 1.2.3 met de auditcommissie en legt daarover verantwoording af aan de raad van commissarissen.
1.4.2. Verantwoording in het bestuursverslag
Het bestuur legt in het bestuursverslag verantwoording af over:
- i.
de uitvoering van de risicobeoordeling en beschrijft de voornaamste risico’s waarvoor de vennootschap zich geplaatst ziet in relatie tot haar risicobereidheid, zoals bedoeld in best practice bepaling 1.2.1;
- ii.
de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen over het afgelopen boekjaar;
- iii.
eventuele belangrijke tekortkomingen in de interne risicobeheersings- en controlesystemen die in het boekjaar zijn geconstateerd, welke eventuele significante wijzigingen in die systemen zijn aangebracht, welke eventuele belangrijke verbeteringen van die systemen zijn voorzien en dat deze onderwerpen besproken zijn met de auditcommissie en de raad van commissarissen; en
- iv.
de gevoeligheid van de resultaten van de vennootschap voor materiële wijzigingen in externe omstandigheden.
1.4.3. Verklaring van het bestuur
Het bestuur verklaart in het bestuursverslag met een duidelijke onderbouwing dat:
- i.
het verslag in voldoende mate inzicht geeft in tekortkomingen in de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen met betrekking tot de risico's als bedoeld in best practice bepaling 1.2.1;
- ii.
voornoemde systemen een redelijke mate van zekerheid geven dat de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat;
- iii.
het naar de huidige stand van zaken gerechtvaardigd is dat de financiële verslaggeving is opgesteld op going concern basis; en
- iv.
in het verslag de materiële risico’s als bedoeld in best practice bepaling 1.2.1 en de onzekerheden zijn vermeld, voor zover die relevant zijn ter zake van de verwachting van de continuïteit van de vennootschap voor een periode van twaalf maanden na opstelling van het verslag.