TPWS 2017/42
Toepassingsbereik art. 359a Sv; vormverzuim moet zijn begaan bij het voorbereidend onderzoek tegen verdachte ter zake van het aan hem tenlastegelegde feit
HR 18-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:706
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 april 2017
- Zaaknummer
16/00898
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:706, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:276, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2016
Essentie
Toepassingsbereik art. 359a Sv; vormverzuim moet zijn begaan bij het voorbereidend onderzoek tegen verdachte ter zake van het aan hem tenlastegelegde feit
Uitspraak
Samenvatting
Een van de belangrijke beperkingen op de reikwijdte van art. 359a Sv is het vereiste dat het moet gaan om een verzuim begaan bij ‘het voorbereidend onderzoek’. Ingevolge art. 132 Sv moet daaronder worden verstaan het onderzoek dat voorafgaat aan het onderzoek ter terechtzitting. Onder die vorm verzuimen zijn met name ook begrepen normschendingen bij de opsporing. Daarbij dient ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.