BNB 2020/18
Zaak CEVA Freight Holland. Herziening van bij douaneaangifte gehanteerde transactieprijs. Moment waarop uitnodiging tot betaling wordt geacht te zijn meegedeeld
HvJ EU 10-07-2019, ECLI:EU:C:2019:587, m.nt. M.J.W. van Casteren (CEVA Freight Holland)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
10 juli 2019
- Magistraten
Biltgen, Malenovský, Rossi
- Zaaknummer
C-249/18
- Conclusie
A-G Sharpston
- Noot
M.J.W. van Casteren
- Roepnaam
CEVA Freight Holland
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS179835:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:587, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 10‑07‑2019
ECLI:EU:C:2019:253, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie, 26‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
Zaak CEVA Freight Holland. Herziening van bij douaneaangifte gehanteerde transactieprijs. Moment waarop uitnodiging tot betaling wordt geacht te zijn meegedeeld
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 2018/125*.
Belanghebbende, CEVA Freight Holland, heeft als douane-expediteur aangiften gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van mediaspelers. Zij heeft deze mediaspelers ingedeeld onder postonderverdelingen waarbij een tarief van douanerechten van 0% behoort. Na een controle heeft de Inspecteur zich op het standpunt gesteld dat de mediaspelers onder een tariefpostonderverdeling moeten worden ingedeeld waarvoor een tarief van 13,9% geldt. Bij de berekening van de navordering heeft de Inspecteur ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.