RvdW 2018/307
Bij douanecontrole ten onrechte geen cautie gegeven.
HR 20-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:247
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/02483
- Conclusie
A-G mr. A.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:247, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1542, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2016
- Wetingang
Essentie
Bij douanecontrole ten onrechte geen cautie gegeven.
Het in strijd met art. 29 lid 2 Sv voorafgaand aan een verhoor van de verdachte in het voorbereidend onderzoek ter zake van een hem tenlastegelegd feit niet mededelen dat hij niet verplicht is te antwoorden, levert een vormverzuim op conform art. 359a Sv dat, na een daartoe strekkend verweer, in de regel dient te leiden tot uitsluiting van het bewijs van de afgelegde verklaring. Het kennelijke oordeel van het hof dat de omstandigheid dat de verbalisanten aan de verdachte vragen hebben gesteld vanwege een douanecontrole, uitsluit dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.