NJ 2014/304
Witwassen door verhuld/verborgen houden van voorwerp. Voorwerp afkomstig uit eigen misdrijf.
HR 22-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:956, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/04564
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
N. Keijzer
- JCDI
JCDI:ADS161869:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:956, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:148, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑06‑2013
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
1. Het verbergen en verhullen als bedoeld in art. 420bis Sr ziet ook op het verborgen of verhuld houden, derhalve op gedragingen waardoor het verborgen of verhuld zijn voortduurt.
2. De rechtspraak van de HR inzake witwassen van uit een eigen misdrijf afkomstig voorwerp ziet op het verwerven en voorhanden hebben, niet op het verbergen en verhullen van dat voorwerp.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden van 21 september 2012, nummer 24/001978-11, in de strafzaak tegen S. Adv. mr. W.H. Jebbink, te Amsterdam.