JWB 2008/285
Internationaal privaatrecht, faillissement, eigendomsvoorbehoud, rechterlijke beslissing, erkenning
HR 20-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0138
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 juni 2008
- Zaaknummer
R07/124HR
- LJN
BD0138
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Europees insolventierecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0138, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0138, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑06‑2007
- Wetingang
Art. 25 lid 2 Insolventieverordening; art. 4 lid 2 Insolventieverordening; Brussel I
Essentie
Internationaal privaatrecht, faillissement, eigendomsvoorbehoud, rechterlijke beslissing, erkenning
Samenvatting
Casus
De verweerster in cassatie is curator in het faillissement van een vennootschap. De eiseres tot cassatie is een in Duitsland gevestigde vennootschap. Zij heeft aan de gefailleerde vennootschap goederen onder eigendomsvoorbehoud geleverd. Na de faillietverklaring heeft de eiseres tot cassatie bij de Duitse rechter een “einstweillige Verfügung” verkregen.
De eiseres tot cassatie heeft bij een verzoekschrift bij de Nederlandse rechter verlof verzocht tot tenuitvoerlegging van de beslissing van de Duitse rechter.
Rechtsvraag
In cassatie komt de vraag naar de tenuitvoerlegging van de Duitse “einstweilige Verfügung” aan de orde. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.