Einde inhoudsopgave
Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie
Artikel 23 (samenloop)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
22-02-2017, Stb. 2017, 82 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken: 34086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Strafprocesrecht (V)
1.
In geval van samenloop van beslissingen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel B beslist de officier van justitie aan welke beslissing tot confiscatie voorrang zal worden gegeven, daarbij rekening houdend met alle feiten en omstandigheden.
2.
Indien de betrokkene bewijs levert van gehele of gedeeltelijke confiscatie in een andere staat, raadpleegt Onze Minister de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat. In geval van confiscatie van opbrengsten worden de delen van het bedrag die naar aanleiding van de beslissing tot confiscatie reeds in een andere staat zijn geconfisqueerd, volledig in mindering gebracht op het in Nederland te confisqueren geldbedrag.