NJ 2023/316
Vervolgingsuitlevering aan Rwanda ontoelaatbaar wegens risico flagrante inbreuk recht op eerlijk proces en gebrek aan effectief rechtsmiddel.
HR 06-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:864, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juni 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, T. Kooijmans
- Zaaknummer
22/04607
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
N. Keijzer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS856139:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:864, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:473, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑05‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2022
- Wetingang
Essentie
Vervolgingsuitlevering van de opgeëiste persoon (Rwandese nationaliteit) aan Rwanda is door de rechtbank ontoelaatbaar verklaard. De rechtbank kon vaststellen dat sprake is van blootstelling aan het risico van een flagrante inbreuk op art. 6 lid 1 EVRM en gebrek aan een effectief rechtsmiddel tegen zo’n inbreuk.
Samenvatting
De uitleveringsrechter is tot oordelen geroepen ingeval bij de behandeling van het uitleveringsverzoek ter zitting beroep is gedaan op het (dreigende) risico van een flagrante inbreuk op art. 6 lid 1 EVRM onderscheidenlijk art. 14 lid 1 IVBPR, doch uitsluitend indien tevens is aangevoerd dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.