Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.838 (bodem: opslag)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Met het oog op het voorkomen van verontreiniging van de bodem wordt vaste mest, champost of dikke fractie, met uitzondering van gedroogde pluimveemest, opgeslagen:
- a.
op een aaneengesloten bodemvoorziening, waarbij de vloeistoffen die vrijkomen worden opgevangen; of
- b.
op een voldoende dikke absorberende laag als de opslag op een locatie niet meer dan zes maanden duurt en tegen inregenen is beschermd.
2.
Gedroogde pluimveemest wordt opgeslagen:
- a.
in een gebouw waar de pluimveemest wordt beschermd tegen weersinvloeden en met een aaneengesloten bodemvoorziening en voldoende ventilatie om condensvorming te voorkomen;
- b.
in een afgedekte container als de pluimveemest ten minste elke twee weken wordt afgevoerd; of
- c.
op een voldoende dikke absorberende laag als de opslag op een locatie niet meer dan zes maanden duurt en tegen inregenen is beschermd.