NJ 2024/9
Schriftelijke standpuntwisselingen in plaats van mondelinge regiebehandeling; cassatieklacht mogelijk tegen afwijzing verzoeken in tussenarrest.
HR 03-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1340, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
22/01861
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS939748:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1340, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:537, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑05‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑01‑2023
- Wetingang
Essentie
Nu schriftelijke standpuntwisselingen in de plaats zijn gekomen van een mondelinge regiebehandeling, kan in cassatie geklaagd worden over de afwijzing van die verzoeken bij tussenarrest.
Samenvatting
De verdediging heeft bij appelschriftuur verzocht een aantal getuigen te horen. De advocaat-generaal is niet overgegaan tot het oproepen van deze getuigen, waarna de verdediging deze verzoeken heeft gehandhaafd in de schriftelijke standpuntwisselingen die in de plaats zijn gekomen van de mondelinge behandeling op een regiezitting. Vervolgens heeft het hof bij tussenarrest een deel van de getuigenverzoeken afgewezen. De samenstelling van het hof bij de inhoudelijke behandeling is niet gewijzigd ten opzichte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.