Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.83 Inlichtingenverplichting
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 845 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32189)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Een ieder is gehouden aan de inspecteur op diens verzoek:
- a.
de gegevens en inlichtingen te verstrekken welke voor de belastingheffing ten aanzien van hem van belang kunnen zijn;
- b.
de gegevensdragers of de inhoud daarvan, zulks naar keuze van de inspecteur, waarvan de inzage van belang kan zijn voor de vaststelling van de feiten die op de belastingheffing ten aanzien van hem invloed kunnen uitoefenen, voor dit doel beschikbaar te stellen.
2.
De in het eerste lid, onderdeel b, genoemde verplichting geldt eveneens voor de derde bij wie de gegevensdragers zich bevinden. De inspecteur stelt degene wiens gegevensdragers bij de derde worden ingezien zo spoedig mogelijk van de inzage in kennis.
3.
Op degene, die direct of indirect ten minste 50% van de aandelen heeft in het kapitaal van dan wel de zeggenschap heeft over een lichaam dat onderworpen is aan één of meer van de in artikel 1.3, onderdeel d, genoemde BES belastingen, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing ten aanzien van gegevens en inlichtingen alsmede gegevensdragers die in het bezit zijn van de aandeelhouder en welke van belang kunnen zijn voor de belastingheffing van dat lichaam. De eerste volzin is mede van toepassing in gevallen waarin twee of meer natuurlijke personen of lichamen volgens een onderlinge regeling tot samenwerking een belang houden van 50% of meer dan wel de zeggenschap hebben over een lichaam dat onderworpen is aan één of meer van de in artikel 1.3, onderdeel d, bedoelde BES belastingen.
4.
Ingeval de belastingwet aangelegenheden van een derde aanmerkt als aangelegenheden van de vermoedelijk belastingplichtige, gelden voor de derde gelijke verplichtingen.
5.
Een ieder is gehouden ter vaststelling van zijn identiteit, indien zulks voor de heffing van de loonbelasting van belang kan zijn, op eerste verzoek van de inspecteur aan deze een geldig paspoort, geldige identiteitskaart dan wel geldig rijbewijs ter inzage te verstrekken.