Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 1.3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Deze belastingwet verstaat onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
- b.
belastingwet: deze wet alsmede alle op deze wet berustende bepalingen;
- c.
lichamen: verenigingen en andere rechtspersonen, maat- en vennootschappen en doelvermogens;
- d.
BES belastingen: de in artikel 1.2 genoemde belastingen alsmede de loonbelasting geheven op basis van de Wet loonbelasting BES, de inkomstenbelasting geheven op basis van de Wet inkomstenbelasting BES en de minimumbelasting geheven op basis van hoofdstuk VIIB, waaronder worden begrepen de bestuurlijke boeten die ingevolge deze wet kunnen worden opgelegd of vastgesteld, interest, alsmede de kosten van vervolging;
- e.
Koninkrijk: Koninkrijk der Nederlanden;
- f.
Rijk: het land Nederland, zijnde Nederland en de BES eilanden;
- g.
Nederland: het in Europa gelegen deel van het Rijk;
- h.
BES eilanden: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met daar onder begrepen, met in achtneming van de Rijkswet tot vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba, het buiten de territoriale zee van de BES eilanden gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, voor zover het Koninkrijk daar op grond van het internationale recht ten behoeve van de exploratie en de exploitatie van natuurlijke rijkdommen soevereine rechten mag uitoefenen, alsmede de in, op of boven dat gebied aanwezige installaties en andere inrichtingen ten behoeve van de exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen in dat gebied;
- i.
binnenland: de BES eilanden;
- j.
openbaar lichaam: Bonaire, Sint Eustatius of Saba, waarbij het openbaar lichaam Bonaire de eilanden Bonaire en Klein Bonaire omvat;
- k.
directeur, inspecteur of ontvanger: de bij ministeriële regeling als zodanig aangewezen functionaris van de rijksbelastingdienst;
- l.
belastingdeurwaarder: de bij ministeriële regeling als zodanig aangewezen ambtenaar met dien verstande dat de betrekking van belastingdeurwaarder van de BES belastingen verenigbaar is met die van deurwaarder bij een rechterlijk college of gerecht in eerste aanleg;
- m.
belastingaanslag: de voorlopige aanslag, de aanslag, de navorderingsaanslag, en de naheffingsaanslag;
- n.
belastingplichtige: de natuurlijke persoon of rechtspersoon van wie op grond van deze wet een belasting wordt geheven;
- o.
belastingschuldige: degene te wiens naam de belastingaanslag is gesteld;
- p.
het Hof: het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
- q.
het Gerecht in eerste aanleg: het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
- r.
bevoegde autoriteit: de door een staat tot het uitwisselen van inlichtingen aangewezen persoon of instantie;
- s.
USD: dollar van de Verenigde Staten van Amerika;
- t.
personenauto: de personenauto, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992;
- u.
bestelauto: de bestelauto, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, en derde tot en met zesde lid, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld op basis waarvan motorrijtuigen voor de toepassing van deze wet, de Wet inkomstenbelasting BES of de Wet loonbelasting BES:
- a.
niet als personenauto worden aangemerkt; of
- b.
niet als bestelauto worden aangemerkt.