V-N 2017/22.21
Bestuurder van naar Israël verplaatste vennootschap volgens A-G terecht aansprakelijk gesteld voor onbetaalde belastingschulden
HR (A-G) 07-03-2017, ECLI:NL:PHR:2017:193, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
7 maart 2017
- Zaaknummer
16/03039
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926279:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:506, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:193, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2017
- Wetingang
art. 33 lid 4 en art. 41 IW 1990
Essentie
Advocaat-generaal IJzerman concludeert dat de inspecteur X terecht aansprakelijk heeft gesteld voor de belastingschulden van A bv. X was namelijk een van de met de verplaatsing van A bv naar Israël belaste personen.
Samenvatting
Belanghebbende woonde in Israël en was bestuurder van een bv, een houdster- en financieringsmaatschappij, met als enig aandeelhouder de in Israël gevestigde vennootschap [B]. Belanghebbende was hiervan vicepresident. De bv heeft in 1999 en 2000 enkele deelnemingen verkocht. Uit de opbrengsten daarvan heeft de bv een grote, ongedekte geldlening verstrekt aan haar moedermaatschappij [B]. De lening van de bv aan haar moedermaatschappij beliep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.