Prg. 2021/114
Een faillissement kan niet naderhand alsnog en van rechtswege van kracht worden, als dit eerder bij gebrek aan baten is afgewezen en schuldenaren daarna een erfenis hebben ontvangen.
HR 05-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:351
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 maart 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, G. Snijders, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
20/01989
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:595, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑04‑2021
ECLI:NL:HR:2021:351, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:928, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2020
- Wetingang
Art. 14, 20, 23, 24, 350 Fw; art. 31, 32 Rv
Essentie
Insolventierecht. Kan faillissement ook van rechtswege van kracht worden als er nieuwe baten ontstaan?
Nee. Voor een faillissement is telkens uitspraak van rechter nodig.
Samenvatting
Schuldenaren zijn toegelaten tot de WNSP. Op verzoek van de bewindvoerder is deze beëindigd, omdat schuldenaren zich niet aan de voorwaarden hebben gehouden. In het beëindigingsvonnis is het faillissement niet uitgesproken bij gebrek aan baten. Daarna hebben de schuldenaren echter een erfenis ontvangen. Dit is voor de bewindvoerder aanleiding het vonnis ex art. 31 en 32 Rv jo. art. 350 lid 5 Fw voor te dragen voor wijziging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.