BNB 2019/152
Alleenstaande-ouderkorting. Eis van inschrijving op woonadres
HR 28-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:1051, m.nt. A.O. Lubbers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 2019
- Magistraten
Mrs. De Groot, Overgaauw, Fierstra, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
18/01717
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
A.O. Lubbers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS78547:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1051, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1414, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2018
- Wetingang
Art. 8.15 Wet IB 2001
Essentie
Alleenstaande-ouderkorting. Eis van inschrijving op woonadres
Samenvatting
Belanghebbende voldeed in 2013 aan de eisen om in aanmerking te komen voor de alleenstaande-ouderkorting, met uitzondering van de eis dat zij en haar minderjarige dochter gedurende meer dan zes maanden op hetzelfde woonadres stonden ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA). Vanaf 20 maart 2013 waren belanghebbende en haar dochter in de GBA ingeschreven op verschillende briefadressen. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting vanwege de bijzondere omstandigheid dat zij wegens huiselijk geweld en stalking hun verblijfplaats geheim moest houden voor haar ex-echtgenoot. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.